We zitten deze week volop in een reeks van de voorstelling genaamd “Opvoeden: man man man!” (Logisch, want het is Week van de Opvoeding.)
Man, man dat is plezant!
De idee achter de voorstelling (in samenwerking met De Gezinsbond, die veel aandacht besteedt aan vaders), is tweeledig:
– inhoudelijk: hoe vaderschap beleefd wordt door het aanwezig publiek, in scène zetten.
– vormelijk: in een alternatieve vorm van uitwisseling (zie ook Exploratieve Impro). Of een eerder-doe-dan-praat-activiteit opzetten in het opvoedingsondersteunings-aanbod, om meer tegemoet te komen aan mannen.
Het is een interessante oefening om tegelijk te werken aan de gelijkwaardigheid man-vrouw én aan de specifieke aandacht voor mannen.
Onvermijdelijk kwam deze stem al een paar keer op: “Amai, veel clichés he?”
Klopt! Want dat is wat het publiek spontaan en massaal aanreikt. De vrouwen over de mannen en de mannen over zichzelf. Cliché-suggesties alom. Want dat is nou net waar ze ons in willen zien graven.
Dus ja, we spelen het allemaal. Een vadergroep op café of aan het voetbalveld. Een papa die zijn kind naar mama stuurt als hij niet weet wat antwoorden. De man met zijn minnares op het werk terwijl zijn vrouw zwanger is.
Als we ze niet spelen, dan spelen we theorie en geen waarheid. De kunst is natuurlijk doorspelen in de lagen onder de clichés, want dan komen we tot de kern.
Dus horen en zien we evengoed (zowel in suggesties als in spel) de mama die zich niet alleen ergert aan de papa die moeiteloos dutjes doet samen met de baby, maar daar ook héél jaloers op is.
En de afwezige papa (want carrièretijger), die aan het eind van zijn betoog tegenover zijn tiener-met-gebroken-hart, laat doorschijnen dat hij wel wéét dat verdriet uiteindelijk moet kunnen wegstromen. Dat dat niet verdwijnt dankzij, maar slechts maar bedólven raakt onder het druk-druk-druk-wezen.
Of het kind dat heus niet getraumatiseerd geraakt door een (spreekwoordelijke) stevige sjot onder zijn gat.
In de scène over tijdskrediet door mannen, komen de clichés op hun slechtst naar boven. In theorie zijn er tegenwoordig veel mogelijkheden voor mannen, om meer tijd te maken voor hun kinderen. “De maatschappij” schijnt hiervoor open te staan en “het beleid” is mee.
Maar als je ernaar vraagt dan tieren de negatieve reacties van de eigen “werkelijke omgeving” welig uit het publiek:
“Allé maat, toch raar om minder te verdienen dan uw vrouw. ”
“Wat ge nu minder werkt, haalt ge dan maar in wanneer ge normaal op pensioen gaat, collega.”
“Haha, zullen we dan ineens over uw ontslag spreken, Mr X.”
“Janet.”
Of de subtielere, die ook steeds terugkomt: “Fijn schat, dan kan je tóch helemaal zélf ons huis verbouwen.”
Het gevaar van clichés is veralgemening. Het gevaar van clichés negeren/onderdrukken (zien we in educatieve settings bij allerlei thema’s al snel gebeuren) is dat theorie en werkelijkheid mijlenver van elkaar af komen te staan.
Clichés zijn een fantastische toegangspoort tot eerlijke dialoog. Clichés zijn overduidelijke richtingaanwijzers voor verschillen.
Het is via de erkenning van verschil dat we komen tot gelijkwaardigheid. Want “het mannelijke” en “het vrouwelijke” zijn niet gelijk. Integendeel, ze kunnen elkaar enorm verrijken. Mannen en vrouwen kunnen elkaar in die zin verrijken als koppel.
En nog veel meer dan dat, kan élke ouder sterker worden door zowel het mannelijke als het vrouwelijke in zichzelf aan te spreken.
In Zutendaal was er achteraf een evaluatie. Meer dan 8 op 10 mensen vinkten in de evaluatieformulieren “ja” aan bij de vraag “Ik voelde me gesteund in mij rol als opvoeder.”
Missie geslaagd!
Info over en speeldata van “Opvoeden, man man man!” hier.