Een tijdje geleden organiseerde ik met een handvol mensen een debat over covid vaccinaties. Waarbij ik de vorm even belangrijk vond als de inhoud. Dit is het verslag van de vorm, een ode aan meerstemmigheid. In cursief tussendoor lees je reacties van deelnemers.
De aanleiding om dit op te zetten was dat discussies over vaccinatie me vaak naar de keel grijpen. Omwille van inhoudelijke elementen, maar nog meer door de wijze van spreken. Rationaliteit raakt snel zoek en men belandt meteen in emotionele polarisaties met de focus op imago en coalities: wie tegen is, is een non-believer en ziet spoken. Wie voor is, is een gebrainwashed schaap.
En mensen die niet zo radicaal naar de andere partij willen kijken, hullen zich van de weeromstuit in stilte, of in vanzelfsprekendheden. Dat is niet minder conflictueus, het zijn wat we noemen spanningen onder de waterlijn.
Zo is de vanuit dominante zijde vaak gestelde vraag “Ben je al gevaccineerd?” door het woordje al impliciet conflictueus, zij het in een ofwel onbewuste ofwel passief aanvallende stijl.
Zwijgen is geen optie
“H.: Ik was blij met het debat, in de eerste plaats omdat ik er eindelijk eens over kon praten met verschillende mensen. Door mijn job komt het vaak ter sprake, maar steeds op dezelfde wijze. Vanuit de vanzelfsprekendheid dat ik mij wil of zal vaccineren. Dat ligt niet eens open. Ik heb geen energie om dat telkens helemaal te moeten openbreken. Dus zwijg en ontwijk ik.”
Naast de moed niet vinden om het gesprek steeds aan te gaan, is er ook een strategie van afsluiten: “Ik denk er gewoon niet over na.” Ook al heb ik daar begrip ik voor, en wilde ik op sommige momenten dat ik dat kon, het verontrust mij enorm.
Want als we niet meer willen nadenken, smoren we stemmen in onszelf.
Debatteren met expliciete uitgangspunten
Voor mij is zwijgen uiteindelijk geen optie. Meerstemmigheid toelaten en stimuleren, in groepen en in zichzelf, is ook mijn job bij Hummus. Een van de (vele) manieren van debatvoering in de Deep Democracy methodologie wilde ik daarom al maanden eens toepassen op dit extra netelige thema. Kandidaten voor het gesprek moesten zich dus om te beginnen kunnen vinden in de volgende uitgangspunten die ik als spelafbakening had vastgelegd:
> niemand heeft het monopolie op de waarheid
> het doel van het debat is er iets uit leren
> we praten vanuit standpunten en opinies
Standpunten zijn even relevant als feiten
Dat laatste valt bij sommige mensen moeilijk. Tijdens sessies krijgen we vaak de vraag of we ons niet zouden moeten beperken tot wetenschappelijk onderbouwde feiten wanneer we in discussie gaan. Er lijkt een groeiend idee te bestaan dat de wetenschap op álles een eenduidig antwoord heeft. En dat het mogelijk is om te spreken en handelen uitsluitend gebaseerd op feiten.
De wetenschap hééft ook op vele geïsoleerde zaken een eenduidig antwoord (of eerder: een consensus tot zolang dat niet aan de wankel gebracht wordt). Maar in de veelheid aan wetenschappelijke bevindingen, uit zowel biomedische, economische, psychosociale, ecologische domeinen, … botsen die zaken nu eenmaal vaak met elkaar. Zo zijn vele grondstoffen uit het amazonewoud economisch interessant én heeft massale houtkap tegelijk negatieve ecologische implicaties.
Het is dan aan politici op maatschappelijk vlak en aan individuen op persoonlijk vlak om keuzes te maken.
Er is immers wat we wéten, maar wat gaan we ermee doén? Theorieën kunnen in eindeloze hoeveelheden naast elkaar bestaan, maar realiteiten niet. Gaan we dat stuk woud kappen? Op welke wijze? Gaan we dat compenseren? Of gaan we ineens op zoek naar een alternatief voor de grondstof?
Om dergelijke beslissingen te nemen moet je naast de feiten beroep doen op waarden, op cultuur, op strategieën,…. En die uit je nu eenmaal in opinies en standpunten.
Debatteren in de breedte
Het opzet van de argumentatie in deze debatvorm is even simpel als geniaal: als groep verzamel je eerst álle argumenten die je samen in huis hebt aan de ene zijde. Gewoon door opsomming en door één idee tegelijk te formuleren. Helderheid troef. Vervolgens doe je hetzelfde aan de andere kant. Nadien volgen nog 1 of 2 rondjes aan beide kanten. Telkens ga je door tot er echt niets meer komt. Zeg alles. Ook de argumenten die op het eerste zicht flauw of irrelevant lijken.
“R.: het gesprek heeft me niet geholpen om hierover een keuze te maken, ik zal toch nooit weten. Ondertussen ben ik gevaccineerd en ik twijfel nog steeds. Maar over dit thema mogen uitpraten was een aangename ervaring op zich.”
Zeggen dat we elkaar moeten laten uitspreken en iedereen aan bod laten komen lijkt simpel. We denken dat we dat doen, omdat we daarmee opgevoed zijn. Nochtans zondigen we daar voortdurend tegen. In een gemiddelde vergadering zeggen sommige mensen misschien twee keer ‘sorry’ omdat ze onderbreken, maar daarnaast onderbreken ze ook twintig keer effectief. Mensen die geen tafelspringer zijn wéten dat ook en houden zich vaak al bij voorbaat op de achtergrond.
Discussies over hete thema’s worden vaak noch in de breedte noch in de diepte gevoerd. Bij het eerste argument dat stekels oproept blijft men hangen, en gaat men dus niet breder. Er wordt, zeker op social media, op dat argument dan snel van de bal naar de man gegaan, waardoor inhoudelijk ook niet verdiept wordt.
Door bij een deep democracy debat telkens aan één zijde collectief argumenten te verzamelen tot ze opgedroogd voelen, wordt er heel breed gedacht, vanuit heel veel perspectieven.
Debatteren in de diepte
De diepte ontstaat dan weer door in alle rust op te sommen; en geduld te hebben.
“P.: Het was heel rustgevend dat we niet de twee kanten tegelijk moesten verdedigen. Je kan en durft daardoor ook veel meer perspectieven inbrengen.”
Door de kalmte gaan deelnemers makkelijker een tegenstem in zichzelf naar boven brengen. Je weet immers ook dat je nadien nog de kans krijgt om duidelijk vanuit de andere kant te spreken. Bovendien zie je anderen dit ook doen en dat werkt ontwapenend. Geen strijd tussen ego’s. Er wordt op en met de bal gespeeld in dergelijk debat, niet op de man.
“H.: Die strakke regels zijn heel effectief. Er waren momenten dat ik mijn stekels voelde opkomen en een hevige tegenreactie wilde geven. Maar dat mag niet en dus laat je dat idee zo’n beetje op de grond vallen. En als je dan aan de andere kant staat, kan je rustig bekijken welke bal nu nog nodig is om terug op te rapen, want er is ondertussen al zoveel gezegd, en sommige dingen voelen dan toch niet meer zo heftig als eerst.
Collectieve wijsheid
Wat daarop volgt is de essentie van een debat op deep democracy wijze. Namelijk de gemeenschappelijke reflectie óver het debat.
Mensen delen welke argumenten hen in het bijzonder geraakt hebben en welk nieuw inzicht dat oplevert.
En het is in dat gesprek, in de oogst van de granen van collectieve wijsheid, dat duidelijk wordt op welke àndere discussiegronden men zich mogelijks bevindt. Het concrete dilemma (laat ik me vaccineren of niet) toont dan welke paradoxen spelen.
Paradoxen en dilemma’s zijn allebei dualiteiten. Het verschil is dat je bij een dilemma een keuze moet maken: het is het een of het ander. Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Het is een dualiteit waarin je kan bewegen en balanceren.
Door vanuit deze paradoxen te kijken kan je misschien voor jezelf een sterkere richting vinden in de keuze voor je dilemma.
Doordat je dit gesprek met anderen doet ontdek je ook paradoxen waar je misschien zelf nog niet bij had stilgestaan en die je ook verder wil verkennen.
Je gaat dus het doel of het terrein inderdaad verplaatsen, maar op een bewustere en verhelderende manier.
P.: “Ik kreeg voor het eerst een helikopterview over de discussie. Er waren zoveel aspecten waar ik nog nooit bij stil gestaan had, aan beide zijden, en dat was erg interessant.”
In ons concreet debat over “neem ik het covid-19 vaccin of niet” toonden zich bijvoorbeeld deze paradoxen:
- focus op mezelf (individuele vrijheid, persoonlijke opinies, fysieke en psychische integriteit,…) VS focus op anderen (gemeenschappelijk experiment, interafhankelijkheid, besluiten van beleid, familiale harmonie,…)
- praktische overwegingen hier en nu in mijn eigen leven en dat van mijn naasten (werk, recreatie,..) VS grote principes, maatschappelijke kwesties en de wereld (ongelijkheid, businessmodellen,…)
- de communicatie (informatie, feiten, strategie,..) VS de metacommunicatie (gedragssturing, marketing, sociale en politieke druk, indirecte verplichting…)
Hoog tijd voor andere debatten
De meeste debatten die op de Vlaamse televisie getoond worden hebben een combinatie van deze drie eigenschappen: ze zijn te kort, gefaciliteerd op personen (zorgen dat iedereen ongeveer evenveel tijd krijgt) en niet op inhoud, en met participanten die (vaak net door de twee voorgaande kenmerken) ‘schrap’ staan en daardoor niet echt luisteren.
Het is dan onmogelijk om in de diepte te gaan, zonde van de zendtijd.
Veel mensen haken af op dat soort televisiediscussies. Ze zijn niet verdwenen dus zullen ze wel kijkcijfers genereren, maar ten koste waarvan? Het enige wat lijkt te gebeuren in de bevolking is een stijgende polarisatie. Dat is niet zonder gevaar, zoals steeds zichtbaarder wordt.
Recent deden 25 wetenschappers in een open brief in Knack een oproep tot een open academisch debat.
Meerstemmigheid en tegensprekelijkheid gaan echter niet vanzelf komen, dat begint bij radicaal andere gespreksvormen dan wat we dagelijks te zien krijgen.
Hoe zou het zijn als we eindelijk echt meerstemmige debatten op televisie zouden zien?
Wat zou het geven als genodigden zich engageren tot bovenstaande uitgangspunten? Wat voor waardevolle televisie zou het zijn als experten op het einde van een debat de vraag zouden krijgen: wat heeft je in het bijzonder getroffen in alle argumenten die u hoorde, en welk nieuw inzicht hebt u hier zelf opgedaan?
Mensen vragen wel eens: maar is het dan nog een debat? Het woord debat is inderdaad verkleurd door de gewoonte van onderbreken, overtroeven, afmaken, dissen,…
Tijd om debatten terug een rijkere invulling te geven.