Woorden

Met Pasas willen we ons niet enkel toespitsen op het voeren van bemiddelingsgesprekken (trap 1), maar ook op het normaliseren van bemiddeling in organisatieculturen (trap 2) en de transitie naar een meer middelend denken in de maatschappij (trap 3).

Die trappen zijn uiteraard met elkaar verbonden, en zo maak ik me regelmatig de bedenking dat de taal die we gebruiken in trap 1 zeker impact kan hebben op trap 2 en 3.

Zo wringt het woord sociale bemiddeling bij mij. Of bemiddeling in sociale zaken. Een conflict tussen twee collega’s, is dat een “sociale zaak”? Bij “sociale bemiddeling in organisaties” ontstaat erg snel een connotatie met vakbondswerk, alsof  het per definitie gaat over kwesties tussen werkgevers en werknemers.
Ik moet in elk geval bijna altijd uitleggen waar het voor staat.
Ik pleit bv. voor “bemiddeling in organisaties” of “mediation op de werkvloer”.

Ik mis verder een actief woord voor de partijen zelf. De bemiddelaar kan zeggen dat hij “bemiddelt”. Wat kunnen de partijen zeggen? “Ik zit in een bemiddeling.” Of “We worden bemiddeld.” ? ?
Te ondergaand dus.

En moeten we spreken van een “geslaagde”mediation als de partijen terug naar elkaar toe gegroeid zijn en weer kunnen samen werken?
Wat als er een macht meegespeeld heeft die tijdens de mediation verborgen is gebleven en later het oude patroon gauw doet herrijzen?
Wat als mensen uit elkaar gaan maar zich er, door de manier waarop, blijer en sterker door voelen?

En verder het woord bemiddelen zelf. De reden waarom ik nogal vaak het woord mediation gebruik, is omdat het woord bemiddeling al erg besmet is door interventies waarin de bemiddelaar in de praktijk eerder een coachende of begeleidende rol opneemt (bv. bij schuldbemiddeling, jobbemiddeling). Nu kan het ook zijn dat we het woord bemiddeling net genoeg moeten blijven gebruiken zodat in de loop van de tijd het empowerende aspect van mediation vanzelf meer aan het woord bemiddeling gaat kleven.
Zal ik alsnog de titel boven mijn naam veranderen?